Kees Waaijman leidt de psalm in.

1     Deun.
0     Van Asaf.

0     De Machtige richt zich op in de zameling van Macht,
0     in het binnenste van de Machtigen schikt Hij.
2     ‘Hoelang schikken jullie vals,
0     verhef je het gelaat van doemenden?                           Plavei.
3     Schik de schrale en de wees,
0     bewaar de gebogene en ontberende.
4     Laat de schrale en behoeftige ontglippen,
0     red uit de hand van doemenden.’
5     Niet voelen en niet merken zij,
0     in duisternis vergaan zij zich,
0     alle gronden van het land wankelen.
6     ‘Ik zeg: Machtigen jullie
0     en zonen van de Ontstegene jullie allen,
7     maar als aardeling zullen jullie dood
0     en als één van de vorsten vallen jullie.’
8     Sta op, Machtige, schik het land,
0     ja, Jij eigent in alle naties.